Peter Stuyvesant

Beeldhouwer: Hans Bayens
Materiaal: fonteinbeeld, brons
binnenplaats West-Indisch Huis, Herenmarkt 99, Amsterdam
Onthuld in 1981


__________

__________

.


Ter gelegenheid van haar 60-jarig bestaan in 1980 heeft de Turmac Tobacco Company (opgericht in 1920 in Zevenaar, met een vestiging in Amsterdam) het fonteinbeeld Peter Stuyvesant geschonken aan het West-Indisch Huis in Amsterdam, waarvan in 1981 de restauratie werd voltooid. Het fonteinbeeld werd in 1981 op de binnenplaats van het West-Indisch Huis geplaatst.(1)
Hans Bayens heeft Peter Stuyvesant uitgebeeld in zijn hoedanigheid van directeur-generaal van de kolonie Nieuw-Nederland (het huidige New York). Zijn vertoornde blik is gericht op het West-Indisch Huis, waarin in de jaren dat Stuyvesant directeur-generaal van Nieuw-Amsterdam was, de West-Indische Compagnie was gevestigd. In 1664 moest hij, zonder dat zijn strijdmacht ook maar één schot had gelost, zijn strijd tegen de Engelsen, die zich van de kolonie meester wilden maken, beëindigen. De West-Indische Compagnie steunde Stuyvesant niet.(2)

  HANS BAYENS

Noten
(1) Het Parool, 26 juli 2020
(2) absolutefacts.nl

OMSTREDEN PERSOON, OMSTREDEN STANDBEELD
Een discussie in de Verenigde Staten in de 2010-er jaren over standbeelden die waren opgericht voor prominenten die zich schuldig hadden gemaakt aan het organiseren en/of uitvoeren van slavernij of slavenhandel, ging ook in Nederland gevoerd worden. In aansluiting op wat zich in de Verenigde Staten afspeelde, werden op 18 augustus 2017 in NOS op3 drie standbeelden van prominente personen besproken wier gedrag discutabel was: Jan Pieterszoon Coen, Gouverneur-Generaal van Nederlands-Indië (Hoorn, 8 januari 1587 – Batavia, 21 september 1629, standbeeld in Hoorn); Joannes Benedictus (Jo) van Heutsz, Gouverneur-Generaal van Nederlands-Indië (Coevorden, 3 februari 1851 – Montreux (CH), 11 juli 1924, standbeeld in Amsterdam) en Peter Stuyvesant. Karwan Fatah-Black, die aan de universiteit van Leiden onderzoek doet naar het slavernijverleden van Nederland, was van mening dat het beter is het aandeel in de slavernij te erkennen en te laten zien dan de standbeelden weg te halen uit het straatbeeld. Henk te Velde, hoogleraar vaderlandse geschiedenis, was van mening dat de standbeelden in de Verenigde Staten uitdagende beelden zijn die personen die pro-slavernij waren, duidelijk op een voetstuk plaatsen. Vergeleken hiermee vindt hij de standbeelden in Nederland van Coen, Stuyvesant en Van Heutsz meer ingetogen en van een andere orde van grootte.
De visies in pers en media over het aandeel van Peter Stuyvesant in de slavenhandel en de organisatie ervan lopen uiteen, zoals blijkt uit de hierna volgende artikelen.

In …was Peter Stuyvesant een terrorist (Trouw, 3 februari 2003) schreef Jeanette van Ditshuijzen dat niet Peter Stuyvesant maar zijn opvolger zich schuldig had gemaakt aan slavenhandel op Curaçao.
In Stuyvesant – Grootste slavendrijver? (Antilliaans Dagblad, 16 januari 2014) concludeerde Ronald Donk, historicus en oprichter in 2008 van de stichting Onderwijs en Onderzoek Nederlandse Cariben, op grond van onderzoek dat Curaçao in 1647 bij het vertrek van Stuyvesant geen enkele rol speelde in de slavenhandel en dat er geen slavendepot was. Over de periode waarin Stuyvesant directeur-generaal van Nieuw-Nederland was luidde zijn constatering dat zijn aandeel in en invloed op het beleid omtrent slavenhandel minimaal is geweest. Volgens Donk zouden docenten, historici en journalisten op grond van deze feiten het foutieve collectieve geheugen over Stuyvesant ten aanzien van de slavenhandel moeten bijstellen.
In Koloniaal bestuurder Peter Stuyvesant staat nog fier op zijn sokkel (Het Parool 26 juli 2020) heeft Maarten Moll, de auteur, over Peter Stuyvesant geschreven dat hij in de tijd dat hij bestuurder in Curaçao was, plannen had om Curaçao als doorvoerpunt voor slaventransport te laten fungeren. In zijn hoedanigheid van directeur-generaal van Nieuw-Nederland dreef hij slavenhandel via Curaçao. Hij bezat tientallen slaven. Als bestuurder was hij hard en onverdraagzaam. Verder schreef Moll over Stuyvesant dat hij antisemiet was. Moll memoreerde dat het Peter Stuyvesant College op Curaçao in 2017 haar naam veranderde in Kolegio profèsor dòkter Alejandro ‘Jandie’ Paula vanwege het aandeel van Stuyvesant in de slavenhandel en de organisatie ervan.(1) Het verbaasde hem dat in Amsterdam bij het standbeeld van Stuyvesant en bij de gevelsteen van het West-Indisch Huis, aangebracht ter gelegenheid van 350 jaar vriendschap tussen Nederland en de Verenigde Staten, geen informatiebordjes met verklarende tekst waren geplaatst.(2)
In de gemeente Weststellingwerf, waar de geboorteplaats van Peter Stuyvesant tegenwoordig deel van uitmaakt, staan drie monumenten voor hem. In de zomer van 2020 richtte Marlène Postma, onafhankelijk gemeenteraadslid, zich tot de gemeente Weststellingwerf. Volgens haar had de berichtgeving over Peter Stuyvesant twee kanten. Enerzijds is hij beschreven als slavenhandelaar en iemand die slavernij steunde en een promotor daarvan was; hij zou de slavernij naar Nieuw-Amsterdam hebben gebracht. Anderzijds heeft hij de kolonie Nieuw-Nederland tot bloei gebracht. In reactie op het feit dat in Nederland mensen de standbeelden en straatnamen van degenen die in het verleden te maken hebben gehad met slavernij, zonder verdere discussie willen verwijderen, stelde Postma dat de daden uit het verleden niet ongenuanceerd langs de maatstaf van de normen en waarden van vandaag moeten worden gelegd. Zij vroeg de gemeente hierover een standpunt in te nemen en te bezien of het mogelijk was een plaquette te plaatsen met daarop een beschrijving van de andere kant van Peter Stuyvesant, waarmee zij zijn handelwijze in het kader van slavernij bedoelde.
(3) Tijdens de raadsvergadering van 2 november 2020 bleek dat de gemeenteraad van Weststellingwerf niets voelde voor een maatschappelijk debat over de persoon van Peter Stuyvesant. Volgens de fractie Blijf Stellingwerf zat de doorsnee inwoner van Weststellingwerf niet op een dergelijk debat te wachten. De fractie van D66 was van mening dat de definitie van een omstreden persoon onduidelijk was. N.A. (André) van de Nadort (27 augustus 1962), burgemeester van Weststellingwerf, vond het moeilijk tot vrijwel ondoenlijk om historische figuren te beoordelen volgens de normen en waarden van de huidige maatschappij.(4)
Het standbeeld van Peter Stuyvesant staat nog steeds op de binnenplaats van het West-Indisch Huis. Er is geen bordje bij geplaatst waarop wordt ingegaan op de politiek die hij voerde in de tijd dat hij directeur was van Curaçao en directeur-generaal van Nieuw-Nederland.

Noten
(1)
Alejandro Felippe Paula (Curaçao, 2 mei 1937 – 13 augustus 2018): intellectueel, historicus en politicus namens de NVP/PNP. Van 28 december 1993 tot 31 maart 1994 was hij premier van de interim-regering van de Nederlandse Antillen.
(2) De West-Indische Compagnie organiseerde vanuit het West-Indisch Huis de slavenhandel.
(3) Lijst Marlène Postma
(4) Omroep Fryslân, 3 november 2020

Petrus (Peter) Stuyvesant (Pieter Stuyfsandt, Peperga, 1611 of 1612 – New York, 1672): Nederlands koloniaal bestuurder; van 1645 tot 1664 directeur-generaal van de kolonie Nieuw-Nederland.