De Bever

Idee: Kees Breedveld
Uitwerking: Kees Breedveld, Hans Nijmeijer
Uitvoering: Hans Nijmeijer
Materialen: kastanjeboom, ijzer
Willeskop 128, Montfoort, naast Gastenverblijf Aan de Hollandse IJssel
Vervaardigd in maart 2016


__________

__________

.


“Gastenverblijf Aan de Hollandse IJssel” is in 2015 gebouwd. Begin 2016 kreeg Kees Breedveld, de eigenaar, het idee om een oude kastanjeboom, die omgezaagd zou moeten worden, te laten fungeren als baken voor het gastenverblijf.
Breedveld wilde dat het houtkunstwerk dat zou worden vervaardigd, een verbinding zou zijn tussen Montfoort en Oudewater. De straatnaam Willeskop verwijst naar de gemeente Willeskop, gelegen aan de N224 tussen Montfoort en Oudewater, die tot 1989 een zelfstandige gemeente was.
Breedveld legde zijn idee voor aan Hans Nijmeijer. In samenspraak ontstond “De Bever”. De twee kastanjestammen werden zodanig bewerkt en geschilderd, dat ze het uiterlijk van henneptouwen kregen. Op de stammen werden grote zwarte knopen aangebracht, die door ijzerdraden in de vorm van garen aan elkaar werden geregen. De top van een van de stammen werd omgevormd tot de figuur van een knagende bever.
Het gat in de knoop onder de bever is gemaakt door een specht, die in de boom zijn onderkomen heeft gezocht.
Op het bord aan de voet van het houtkunstwerk staat de tekst:

De Bever
Verbeeldt de verbinding tussen
Oudewater en Montfoort
Touwslagers (Geelbuiken) en Knopendraaiers

HANS NIJMEIJER

Geelbuiken: een van de schimpnamen voor inwoners van Oudewater. Deze schimpnaam gaat terug tot de 16e en 17e eeuw, toen in Oudewater tientallen touwslagerijen waren gevestigd, waarin onder andere henneptouwen werden geproduceerd. Bij de productie ervan kwam geel sap vrij, dat door de werkkleding heen op de buik van de touwslagers belandde.
Knopendraaiers: een schimpnaam voor inwoners van Montfoort. Van het eind van de 17e eeuwe tot halverwege de 19e eeuw was Montfoort het centrum van de knopenindustrie: het draaien (produceren) van knopen voor kleding. Bij gebrek aan ivoor werden de knopen gedraaid uit beenderen. De knopendraaiersknechten verrichtten hun werk thuis, voor een karig loon. Door de versobering van de mode in het eind van de 18e eeuw en de uitvinding van de ritssluiting stierf het beroep van knopendraaiersknecht langzamerhand uit. De carnavalsbenaming “Knopengein” voor Montfoort grijpt terug op deze knopenindustrie.