De Spoetnikkijker

Beeldhouwer: Oswald Wenckebach
Materiaal: brons
Gieting: Bronsgieterij Binder & Schmidt, Haarlem
Servaasbolwerk, Utrecht (sinds 4 oktober 2007)

Onthuld op 28 juni 1962 bij Sterrenwacht Sonnenborch, Zonnenburg 2, Utrecht


__________

__________

__________

.


1957-1958: ONTSTAANSGESCHIEDENIS
“De Spoetnikkijker” is één van 26 levensgrote beelden die Oswald Wenckebach in de periode 1956-1960 heeft ontworpen in de stijl van een door hem in de periode 1953-1956 ontworpen serie van acht kleine beelden die de fictieve persoon “Jacques” uitbeeldden.(1) Op 4 oktober 1957 had de Sovjet-Unie met de lancering van de kunstmatige satelliet Sputnik 1 een wereldprimeur. Naar aanleiding hiervan vervaardigde Oswald Wenckebach de beeldengroep “De Spoetnikkijker”, bestaande uit een mansfiguur en hondenbeeld.
Volgens de website “Kunst in de openbare ruimte Utrecht” wilde Wenckebach met “De Spoetnikkijker” verbazing, angst en ongerustheid tot uitdrukking brengen.(2) Volgens Oswald Wenckebach (Den Haag, 2011) beeldt “De Spoetnikkijker” een provocerend alledaagse wandelaar uit wiens blik naar de hemel eerder nonchalant is dan opgewonden. Het kosmisch gebeuren heeft de aandacht van de man maar de hond moet wel worden uitgelaten.(3)
In 1958 was de vervaardiging van de mansfiguur en het hondenbeeld voltooid.

1962: PLAATSING NABIJ DE UTRECHTSE STERRENWACHT
Op 10 december 1959 adviseerde de Utrechtse Adviescommissie voor Beeldende Kunst en Kunstnijverheid het College van B en W van Utrecht om “De Spoetnikkijker” aan te kopen en in het plantsoen bij Sterrenwacht Sonnenborch aan de Zonnenburg te plaatsen, aan de rand van de Utrechtse binnenstad.(4)
Op 14 maart 1961 nam B en W van Utrecht het besluit “De Spoetnikkijker” aan te kopen en te plaatsen bij de Museumbrug, aan de rand van Utrecht-Oost. Volgens de Adviescommissie en Wenckebach zou de beeldengroep daar het meest tot haar recht komen. De aankoop, waarmee een bedrag van f 14.000,- was gemoeid, werd bekostigd uit “het fonds voor de verrijking van het stadsbeeld met kunstwerken”.(5)
In reactie op de aankondiging dat “De Spoetnikkijker” bij de Museumbrug zou worden geplaatst, gaf Sterrenwacht Sonnenborch, gevestigd aan de Zonnenburg in Utrecht, te kennen te hechten aan plaatsing in het plantsoen bij de Zonnenburg, met als argument dat de Sterrenwacht de signalen registreert die satellieten uitzenden. Zo bezien zou het plantsoen bij de Sterrenwacht een toepasselijke plek zijn voor “De Spoetnikkijker”, die immers naar een satelliet keek, de Sputnik 1. Plaatsing bij de Sterrenwacht zou verder de relatie tonen tussen de stad Utrecht en haar universiteit.(6) Begin 1962 ontstond overeenstemming over de plaatsing. Op 28 juni 1962 werd “De Spoetnikkijker” in het plantsoen bij de Sterrenwacht, waarbij de mansfiguur en het hondenbeeld op een en dezelfde sokkel stonden.(7) Rechts aan de voorkant van de sokkel is de naam DE SPOETNIKKIJKER gegraveerd en het jaartal 1957.
De opmerking in de toelichting op “De Spoetnikkijker” in de oeuvrecatalogus in Oswald Wenckebach (Den Haag, 2011) dat het hondje in een andere positie staat dan dat Wenckebach oorspronkelijk bedoelde, heeft betrekking op de positie van het hondenbeeld bij de onthulling op 28 juni 1962. Het hondenbeeld stond toen met de kop van de mansfiguur afgewend.(8) Enkele maanden na de onthulling is het hondenbeeld op de juiste wijze gepositioneerd. De positie zoals die nu is, is overeenkomstig de bedoeling van Wenckebach.(9)

1964: IN OPSLAG GENOMEN
Met het oog op eventuele beschadigingen was de wandelstok van de mansfiguur tijdens het gieten van een betonijzerwapening voorzien. Dit mocht niet baten. In juli 1962, nog geen maand na de onthulling van “De Spoetnikkijker”, bleek de wandelstok te zijn afgebroken.(10)
De gerepareerde wandelstok brak op 18 augustus 1962 opnieuw af. Een negenjarige jongen had geprobeerd het beeld te beklimmen, waarbij de wandelstok gebroken raakte.(11) Voor jhr. Constant Johan Adriaan (Coen) de Ranitz (Den Haag, 3 april 1905 – Driebergen-Rijsenburg, 24 februari 1983), burgemeester van Utrecht, was dit aanleiding om in zijn toespraak bij de opening op 13 september 1962 van de tentoonstelling “Het dier in de kunst” op te merken dat de hond van de Spoetnikkijker eigenlijk een waakhond zou moeten zijn om zijn meester te beschermen tegen jeugdige vandalen.(12)
Op 25 september was de wandelstok voor de derde keer doelwit van vandalisme. De stok werd losgeschroefd en op het voetstuk achtergelaten.(13)
Op 3 februari 1963 werd de wandelstok voor de vierde keer beschadigd. De gemeentepolitie werd er moe van en gaf te kennen de vernielingen van de wandelstok “niet meer origineel te vinden”.(14)
Op 31 juli 1963 kregen alle leerlingen van de hoogste klassen van het openbaar en bijzonder onderwijs in Utrecht een exemplaar van Beelden van onze stad, een 47 pagina’s tellend boekje over beelden in Utrecht met foto’s, gemaakt door A.D. (Ad) Kon en een toelichting op elk van de gefotografeerde beelden door Jan Meulenbelt, hoofd van het Gemeentelijk Bureau Culturele Zaken. “De Spoetnikkijker” was in vernielde toestand gefotografeerd. In het bijschrift had Meulenbelt de jeugd opgeroepen beelden in ere te houden, de gemeente te helpen en tegen vrienden te zeggen dat het zinloos was een beeld te beschadigen.(15)
Op 10 augustus 1964 besloot B en W van Utrecht om “De Spoetnikkijker” vanwege de aanhoudende vernielingen op te slaan in het museum Fentener van Vlissingenhuis, Maliebaan 42, Utrecht (een dependance van het Utrechtse Centraal Museum), in afwachting van plaatsing in winkelcentrum Hammarskjöldhof in de Utrechtse wijk Kanaleneiland, “waar hij op een prettiger behandeling van omwonenden rekent “.(16)

2007: HERPLAATSING AAN HET SERVAASBOLWERK IN UTRECHT
Tot plaatsing in het winkelcentrum is het niet gekomen. In 2007, vijftig jaar na de lancering van Sputnik 1, zag een van de nieuwe bewoners van het Servaasbolwerk “De Spoetnikkijker” in het Fentener van Vlissingenhuis. Op de hoogte gesteld van de toekomstige plaatsing in Kanaleneiland, diende hij bij de gemeente Utrecht het verzoek in “De Spoetnikkijker” terug te plaatsen op het Servaasbolwerk, bij voorkeur onder het raam van zijn woning. Toen de aanvraag positief was beoordeeld, werd “De Spoetnikkijker” in de groenstrook aan het Servaasbolwerk geplaatst, in het zicht van de bewoners.(17)

Op 4 oktober 2007, precies 50 jaar na de lancering van Sputnik 1, werd “De Spoetnikkijker” onthuld. Op die dag werd in Sterrenwacht Sonnenborch de expositie “Signalen uit de ruimte” geopend, waarin Nederlandse wetenschappelijke bijdragen aan 50 jaar ruimtevaart waren tentoongesteld.(18) Twee weken voor de onthulling, op 18 september 2007, werd een foto gemaakt van een aantal pioniers op het gebied van de ruimtevaartwetenschap die bij “De Spoetnikkijker” stonden. Hun blik was omhoog gericht, net als die van de mansfiguur.

WETENSWAARDIGHEDEN
“De Spoetnikkijker”, in Utrecht onthuld op 28 juni 1962, was al eerder in het openbaar te zien.
In 1960 was “De Spoetnikkijker” te zien tijdens de expositie “Tijdsbeeld” in de Hortus Botanicus in Leiden, georganiseerd door de gemeente Leiden en de Lustrumcommissie 1960 van de Leidse studenten. De mansfiguur en het hondenbeeld stonden niet op een gemeenschappelijk voetstuk.(19)
In augustus 1961 was “De Spoetnikkijker” één van de Nederlandse inzendingen voor de zesde Biënnale van het Middelheimmuseum in Antwerpen, die gehouden werd van 15 juli tot 15 oktober 1961.(20)
De aankondiging in de VPRO-gids van 13 juni 1959 dat in de uitzending van 15 juni 1959 van het educatieve VARA radioprogramma “Openbaar Kunstbezit” “Mannetje Jacques (De Spoetnikkijker)” zou worden besproken door Johannes Aloysius Antonius (Jan) Engelman (Utrecht, 7 juni 1900 – Amsterdam, 20 maart 1972), hoogleraar in de nieuwere kunstgeschiedenis en esthetica aan de Jan van Eyck Academie in Maastricht, ter gelegenheid van de tentoonstelling ervan in het Kröller-Müller Museum in Otterlo, is niet juist.(21) Het Kröller-Müller Museum heeft geen documenten of afbeeldingen waaruit blijkt dat “De Spoetnikkijker” in 1959 in het Kröller-Müller Museum heeft gestaan.(22) In de inhoudsopgave van de jaargang-1959 van Openbaar Kunstbezit is het beeld van Wenckebach in het Kröller-Müller Museum dat zou worden besproken, aangeduid met benaming “Het Mannetje Jacques”.(23) Deze benaming heeft betrekking op het beeld dat kort na vervaardiging in 1955 is aangekocht door het Rijk en in 1957 onder de naam “Meneer Jacques” in langdurige bruikleen is gekomen van het Kröller-Müller museum. In 2005 heeft het Instituut Collectie Nederland “Meneer Jacques” overgedragen aan het Kröller-Müller Museum.(24) Het is onduidelijk waarop in de VPRO-gids de benaming “Mannetje Jacques (De Spoetnikkijker)” was gebaseerd.

22 juni 2023

Noten
(1) Oswald Wenckebach (Den Haag, 2011, p.56-62).
(2)
https://www.kunstinopenbareruimte-utrecht.nl/kunstwerken/de-spoetnikkijker.
(3) Oswald Wenckebach (Den Haag, 2011, p.61-62).
(4) https://www.kunstinopenbareruimte-utrecht.nl/kunstwerken/de-spoetnikkijker.
(5) https://www.kunstinopenbareruimte-utrecht.nl/kunstwerken/de-spoetnikkijker; Utrechts Nieuwsblad, 14 maart 1961.
(6) https://www.kunstinopenbareruimte-utrecht.nl/kunstwerken/de-spoetnikkijker.
(7) https://www.kunstinopenbareruimte-utrecht.nl/kunstwerken/de-spoetnikkijker.
(8) Oswald Wenckebach (Den Haag, 2011, p. 128).
(9) Mededeling W.O. Wenckebach, auteur van het hoofdstuk “Oeuvrecatalogus” in Oswald Wenckebach (Den Haag, 2011, p.93-159).
(10) Utrechts Nieuwsblad, 9 augustus 1962.
(11) Utrechts Nieuwsblad, 24 augustus 1962.
(12) Het Parool, 13 september 1962.
(13)
Utrechts Nieuwsblad, 26 september 1962.
(14) Utrechts Nieuwsblad, 4 februari 1963.
(15) Algemeen Handelsblad, 1 augustus 1963.
(16) Utrechts Nieuwsblad, 10 augustus 1964.
(17) https://www.nieuws030.nl/kunst/de-utrechtse-beeldengalerij-17-de-spoetnikkijker/.
(18) https://dub.uu.nl/nl/content/spoetnik-sonnenborgh.
(19) Het Binnenhof, 25 juni 1960. De tentoonstelling “Tijdstroom” liep tot 11 augustus 1960.
(20) Utrechts Nieuwsblad, 5 augustus 1961.
(21) Vrije Geluiden, orgaan van de Vrijzinnig Protestantsche Radio Omroep, 13 juni 1959.
(22) Mededeling I. Bisseling, Kröller-Müller Museum, afdeling Collectie en Onderzoek.
(23) Openbaar Kunstbezit, jaargang 1959.
(24) Mededeling I. Bisseling, Kröller-Müller Museum, afdeling Collectie en Onderzoek.

  OSWALD WENCKEBACH