Maliebaan, Utrecht
Permanente openluchttentoonstelling
Toegang: gratis
DE MALIEBAAN, UTRECHT
De Maliebaan in Utrecht heeft een lengte van ongeveer 750 meter en ligt tussen het Oorsprongpark (Biltstraat) en de Maliesingel, pal buiten het oude stadsgebied van Utrecht.
De Maliebaan dateert uit de eerste helft van de 17e eeuw en fungeerde toen als kolfbaan, waar studenten in hun vrije tijd het in die jaren populaire kolfspel, een verkleinde versie van het maliespel (een voorloper van cricket) konden spelen.
Tot aan de 19e eeuw was de Maliebaan een buitengebied voor hoveniers en wandelaars. In de 19e eeuw werden aan weerszijden van de Maliebaan huizen gebouwd voor de welvarende inwoners van Utrecht.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog hielden de NSB, de Sicherheitsdienst en de Wehrmachtskommandantur kantoor in een aantal panden aan de Maliebaan. De Maliebeen kreeg in die tijd de bijnaam “Unter den Linden”, een bijnaam die verwees naar de gelijknamige kilometerslange laan in Berlijn.
Na de Tweede Wereldoorlog kregen veel panden aan de Maliebaan de functie van kantoor en in latere jaren ook weer een woonfunctie.
HET PROJECT “BEELDEN AAN DE MALIEBAAN”
In 1979 opperde Theodorus Martinus (Theo) Scholten (Spanbroek, 14 juli 1927 – Den Haag, 22 juli 2005), verzamelaar van beeldhouwwerken en penningen, het idee om een beeldenroute aan te leggen langs de Maliebaan in Utrecht. Het plan van Scholten behelsde de plaatsing van beelden, vervaardigd door vrouwelijke beeldend kunstenaars, in een groenstrook aan de westzijde van de Maliebaan, waar op gelijke afstand van elkaar iepen en linden staan. Theo Scholten was destijds lid van de Utrechtse Gemeentelijke Adviescommissie voor Beeldende Kunsten. In Den Haag richtte hij in 1994 samen met Lida Scholten-Miltenburg, zijn echtgenote, geboren in Bergen (NH) op 6 november 1922, Museum Beelden aan Zee op.
Aan het plan werd de naam “Beelden aan de Maliebaan” gegeven. Tegenwoordig draagt het de naam “Beeldenroute Maliebaan”. Het is een eerbetoon aan het vrouwelijk element in en de bijdragen van vrouwen aan de beeldende kunst.
Aanvankelijk werd gedacht aan de plaatsing van tien beelden. Het project zou gefinancierd worden uit het Utrechtse Fonds voor Verrijking van het Stadsbeeld met Kunstwerken. De projectkosten waren begroot op f 600.000,-.
In eerste instantie werden oudere beeldend kunstenaressen benaderd met de vraag een beeld voor de Maliebaan te ontwerpen. In de loop van de jaren kregen ook jongere beeldend kunstenaressen hiertoe opdracht.
In het kader van het project “Beelden aan de Maliebaan” zijn tussen 1982 en 1994 zeventien beelden langs de Maliebaan geplaatst.
Bron
– artutrecht.com
__________
LIJST VAN BEELDEN, GEORDEND OP HUISNUMMER
Huisnr | Kunstwerk en beeldhouwer | Jaar van plaatsing |
2 | Rest (Hieke Luik) | 1992 |
6 | Zittende figuur [Zittende vrouwetorso] (Willy Blees) | 1982 |
10 | zonder titel (Margriet Kemper) | 1992 |
14 | Female fragment (Luut de Gelder) | 1989 |
18 | Schrijdende danseres met tamboerijn (Fioen Blaisse) | 1982 |
26 | zonder titel (Karien Vervoort) | 1994 |
32 | Denker (Lotti van der Gaag) | 1991 |
40 | zonder titel (Karen Oude Alink) | 1994 |
42 | Staande meisjesfiguur (Eja Siepman van den Berg) | 1982 |
48 | Opwaartse vlucht (Theresia van der Pant) | 1982 |
50 | Desiree (Elly Hahn) | 1993 |
56 | De slapende (Judith Pfaeltzer) | 1988 |
66 | The lonely one (Pearl Perlmuter) | 1989 |
70 | zonder titel (Carola Popma) | 1993 |
76 | Strijkplank (Jorien Rooymans-de Kruyff van Dorssen) | 1983 |
82 | … and life just goes on … (Helen Frik) | 1992 |
98 | Liggend (Maja van Hall) | 1984 |
NASPEL
In mei 1994, kort na de plaatsing van zonder titel (Karen Oude Alink), het laatste beeld in de serie van zeventien beelden langs de Maliebaan, plaatsten Richèl Lubbers en Marnix van der Meer, studenten bouwkunde, een door hen ontworpen en vervaardigd object voor hun huis aan de Maliebaan, tegenover De slapende (Judith Pfaeltzer). Zij wilden hiermee een statement maken tegen het feit dat langs de Maliebaan alleen kunstwerken van vrouwelijke beeldend kunstenaars waren geplaatst.
Bij het ontwerpen en vervaardigen van het object hadden zij voor steen gekozen, als tegenhanger van de in brons gegoten kunstwerken van de vrouwelijke beeldend kunstenaars. Het object bestond uit een door henzelf gegoten cementen sokkel met daarop een stuk afgedankte tufsteen, afkomstig van de Onze Lieve Vrouwetoren in Amersfoort (Marnix van der Meer liep stage bij de restauratie van deze toren). Op de tufsteen hadden zij een peperino-plaat gemonteerd. Hierin graveerden zij de objectnaam “SCHIJNBARE ONSTERFELIJKHEID” en hun voornamen.
Het object is tussen 2006 en 2009 verwijderd.
Bron:
– https://www.nieuws030.nl/kunst/de-utrechtse-beeldengalerij-45-schijnbare-onsterfelijkheid/