Salomo’s oordeel

Beeldhouwer: Eric Claus
Materiaal: brons
Stadhuis Gouda, Markt 1, Gouda
Onthuld in 1990


__________

__________

bovenste tafereel: koning Salomo

middelste tafereel: het voorstel om de levende baby doormidden te snijden

onderste tafereel: de reactie van de vrouwen wanneer de beul de baby doormidden wil snijden

tekstrelief: RECHTVAARDICHEYD TOTTEN MENSCHEN IS NODIGH ENDE NUT


Eric Claus heeft “Salomo’s oordeel” vervaardigd ter gelegenheid van het 400e sterfjaar van Dirck Volkertszoon Coornhert (Amsterdam, 1 juni 1522 – Gouda, 29 oktober 1590), kunstenaar, geleerde, musicus, publicist en theoloog. Coornhert, die ruim 40 jaar in Haarlem heeft gewoond en gewerkt, heeft geschreven over onder andere moraal, staatsinrichting, strafrecht en theologie. In de laatste twee jaren van zijn leven woonde hij in Gouda.
Coornhert dacht op een kritische, onafhankelijke manier na over strafrecht. In Boeventucht ofte middelen tot mindering der schadelijke ledighgangers (1587) pleitte hij ervoor gedetineerden voor te bereiden op hun terugkeer in de maatschappij. Zijn ideeën hierover leidden ertoe dat zij taken en werkzaamheden opgedragen kregen en dat de manier van toepassen van lijfstraffen veranderde.

“Salomo’s oordeel” bestaat uit vier ruitvormige reliëfs. Op het onderste reliëf staat de zin RECHTVAARDICHEYD TOTTEN MENSCHEN IS NODIG ENDE NUT (een citaat uit Coornherts Zedekunst dat is wellevenskunste (1586 [1585]), zijn familienaam, jaar van geboorte en jaar van overlijden, een verwijzing naar het Coornhert-jaar 1990 (het 400e sterftejaar van Coornhert) en de opmerking “verbeeld naar Salomo”, dat wil zeggen 1 Koningen 3:16-28, waarin het “Salomonsoordeel” is beschreven. In de ogen van dr. G. Verwey, voorzitter van de Coornhertstichting, geeft het citaat uit Zedekunst dat is wellevenskunste de kern weer van het denken en streven van Coornhert.
Volgens 1 Koningen 3:16-28 betwistten twee prostituees die in één en hetzelfde huis woonden, elkaar ten overstaan van koning Salomo het moederschap over een pasgeboren jongetje. Zij hadden vrijwel gelijktijdig een zoon gebaard. Eén van deze jongetjes was overleden. Beide vrouwen claimden het moederschap over het nog levende jongetje. Salomo beval het jongetje met een zwaard doormidden te snijden, zodat elk van de vrouwen een helft ervan zou kunnen meenemen. Een van hen vond het beter dat Salomo het jongetje aan de andere vrouw zou geven. De andere vrouw eiste dat het jongetje doormidden zou worden gesneden, zodat geen van hen beiden het jongetje levend en wel in handen zouden krijgen. Salomo oordeelde dat de vrouw die liever afstand deed van het jongetje dan dat ze hem doormidden zou laten snijden, had aangetoond de echte moeder te zijn en wees haar het jongetje toe.
De drie reliëfs met taferelen zijn, van boven naar beneden, een uitbeelding van  1 Koningen 3:16-28. In het bovenste tafereel is koning Salomo uitgebeeld, die de vrouwen aanhoort en nadenkt. In het middelste tafereel is het voorstel uitgebeeld om het jongetje doormidden te snijden. Een beul heeft het zwaard ter hand genomen en maakt aanstalten het voorstel van Salomo ten uitvoer te brengen. In het onderste tafereel is de reactie van de vrouwen uitgebeeld op het moment dat de beul het jongetje doormidden wil snijden.

Met dank aan:
Camiel Claus (zoon van Eric Claus) voor zijn informatie over wat er te zien is op de drie reliëfs met taferelen uit 1 Koningen 3:16-28
dr. G. Verwey, voorzitter Coornhertstichting

  ERIC CLAUS

Salomo (overleden in 932 vChr in Jeruzalem): de derde, tevens laatste koning van het Verenigd Koninkrijk Israël. Zijn vader was koning David (ca. 1010-970 vChr).