De Titaantjes

Beeldhouwer: Hans Bayens
Materiaal: brons
Oosterpark, Amsterdam, rechts van de ingang
Replica (juli 1988) van het verdwenen, in 1971 geplaatste origineel


__________

__________

__________

.


De beeldengroep “De Titaantjes” is een uitbeelding van Bavinck, Hoyer en Koekebakker, drie van de vijf Titaantjes in de gelijknamige roman, geschreven in 1915 door Nescio (Jan Hendrik Frederik Grönloh, Amsterdam, 22 juni 1882 – Hilversum, 25 juli 1961).
Op de sokkel staat de zin “Jongens waren we, maar aardige jongens”, de openingszin van Titaantjes.
In het Literatuurmuseum 1e etage gebouw Koninklijke Bibliotheek, Prins Willem-Alexanderhof 5, Den Haag) staat een kleine replica van “De Titaantjes”.
Bayens had “De Titaantjes” op eigen initiatief vervaardigd; liefhebber als hij was van het werk van Nescio. De beeldengroep werd aangekocht door de gemeente Amsterdam. Op 9 oktober 1971, tien jaar na het overlijden van Nescio, werd “De Titaantjes” in het Oosterpark geplaatst.
De op deze website gefotografeerde beeldengroep dateert uit juli 1988 en is onthuld door Miep Boas-Grönloh en Nel Tenger-Grönloh, de dochters van Nescio. De originele beeldengroep was in november 1985 gestolen, evenals The Inheritor II (Floyd DeWitt, Amsterdam).
In Bayens (Wijk en Aalburg, 1995, p.114-115) heeft Hans Bayens over het vervaardigen van “De Titaantjes” onder andere verteld dat hij ervoor had gekozen om niet alle vijf Titaantjes uit te beelden maar drie van hen: Bavink, Hoyer en Koekebakker. Dit vanwege het feit dat zij in Titaantjes de hoofdrol spelen. Bayens vertelde verder dat hij bij het vervaardigen van “De Titaantjes” in eerste instantie niet had nagedacht over wie wie was. De middelste figuur zou Koekebakker genoemd kunnen worden.

Hans Bayens wordt aangeduid als  “de beeldhouwer van de Nederlandse literatuur” (beelden en beeldengroepen van o.a. de auteurs Herman Gorter, Constantijn Huygens, Multatuli (Eduard Douwes Dekker) en Theo Thijssen, het auteursduo Betje Wolff en Aagje Deken en de romans Schuiftrompet en Titaantjes).

  HANS BAYENS