Naamvarianten: “De bekoring van Eva”, “Eva door de slang verleid”, “Eva en de slang”, “Eva in het paradijs” en “Eva met de slang”
Beeldhouwer: Jan Antonie van der Ven
Bronzen afgietsel (1985) van een afgietsel in gips (1841) van een marmeren exemplaar (1841)
Paleistuin Het Noordbrabants Museum, Verwersstraat 41, Den Bosch (sinds 1987)
In 1879 geschonken aan het Provinciaal Genootschap van Kunsten en Wetenschappen in Noord-Brabant, Pensmarkt, Den Bosch

__________
__________
__________
__________
__________
.
“Eva in bekoring” wordt beschouwd als het meesterwerk van Jan Antonie van der Ven. Dit beeld, ontworpen in neoclassicistische stijl, is een uitbeelding van Genesis 3:1-6, waarin verhaald wordt dat in het paradijs de slang probeerde de vrouw te verleiden om een vrucht te eten van de boom die midden in het paradijs stond.
Van “Eva in bekoring” zijn een voorstudie in terracotta bekend, een uitvoering in brons, twee uitvoeringen in gips en drie uitvoeringen in marmer. In deze fotoreportage wordt aandacht besteed aan de ontstaansgeschiedenis van de bronzen uitvoering.
1836: VOORSTUDIE IN TERRACOTTA
De ontstaansgeschiedenis van “Eva in bekoring” gaat terug tot de tweede helft van de 1830-er jaren. Uit de mij beschikbare bronnen blijkt niet dat er een opdracht aan ten grondslag heeft gelegen.
Op 7 januari 1837 schreef Jan Antonie van der Ven aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in Antwerpen bezig te zijn met een aarden beeld, Eva in bekoring voorstellende. Het ontwerp was gebaseerd op een driejarig meisje met lang blond haar, dat als vondeling was opgenomen in een tehuis, S. Spirito genaamd, en op een Romeinse vrouw, Elisabetta genaamd.(1) In de hiernaast afgebeelde voorstudie in terracotta, gedateerd op 1836, die deel uitmaakt van de collectie van Het Noordbrabants Museum, ligt de slang in zijn geheel rechts naast Eva. In de uiteindelijke uitvoering ligt de slang onder het linkerbeen en voor de rechtervoet van Eva en steekt hij rechts van haar zijn kop omhoog, met in zijn bek een appel. De afmetingen van de voorstudie in terracotta van “Eva in bekoring” zijn (h x b x d): 17,8 x 21 x 13,5 cm.
De schrijver Johannes Jacobus Franciscus (Jan) Wap (Rotterdam, 1 mei 1806 – Delft, 7 maart 1880) heeft in het voorjaar van 1837 diverse malen een bezoek gebracht aan Van der Ven in diens atelier in Rome en heeft daar het kleimodel van “Eva in bekoring” gezien. Volgens Wap had Van der Ven Eva uitgebeeld in haar twijfel of zij van Satan de verboden vrucht zou aannemen of God zou gehoorzamen. Het in de ogen van Wap uitmuntend kunstgewrocht zou in gips en vervolgens in marmer worden uitgevoerd.(2)
1837: EERSTE UITVOERING IN GIPS
Op 7 september 1837 deelde Van der Ven mee dat “Eva in bekoring” in gips was gegoten.(3) In 1840 werd deze afgieting tentoongesteld in Rome. Dit resulteerde in de opdracht van gravin Orlova in Sint-Petersburg om van de gipsen afgieting een uitvoering in marmer te vervaardigen.(4) In 1841 was de vervaardiging hiervan voltooid. Deze wit-marmeren uitvoering werd overgebracht naar Sint-Petersburg en bevindt zich tegenwoordig in het Shuvalov Paleis in Sint-Petersburg.(5)
1841: TWEEDE UITVOERING IN GIPS
Van de wit-marmeren uitvoering die voor gravin Orlova was vervaardigd, liet Van der Ven in 1841 een gipsen uitvoering vervaardigen. Dit was de tweede uitvoering in gips. Deze uitvoering, waarvan hiernaast een foto is afgebeeld, werd in 1841 tentoongesteld in achtereenvolgens de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in Antwerpen (oktober 1841) en de Haagsche Teekenacademie, gevestigd aan de Prinsessegracht, ook wel Boschkant genoemd, in Den Haag (vanaf december 1841). De afmetingen van de tweede uitvoering in gips van “Eva in bekoring” zijn (h x b x d): 104 x 69 x 133 cm. Volgens de auteur van de necrologie over Jan Antonie van der Ven in de editie van 4 augustus 1866 in “De Nederlandsche spectator” was dit exemplaar, evenals het exemplaar dat in 1866 in Amsterdam was tentoongesteld, kleiner dan het voor gravin Orlova vervaardigde exemplaar, dat hij als levensgroot bestempelde.(6)
De tentoonstelling in Den Haag resulteerde in de opdracht van koning Willem II om van de gipsen uitvoering van “Eva in bekoring” een uitvoering in marmer te vervaardigen.(7) Van der Ven vervaardigde de marmeren uitvoering in Rome en gebruikte hiervoor het eerste gipsmodel (1840). In de marmeren uitvoering is de aanduiding Roma 1841 gegraveerd.
In februari 1842 werden de tweede gipsen uitvoering van “Eva in bekoring” en het door Van der Ven in marmer uitgevoerde beeld “Christus met doornenkroon) tentoongesteld in de zaal van de Amsterdamse Academie, “ten behoeve van de armen”.(8)
De marmeren uitvoering van “Eva in bekoring” werd opgeleverd in 1848.(9) Het beeld werd in de Gotische Zaal geplaatst die Willem II had ontworpen en achter Paleis Kneuterdijk, zijn woon- en werkpaleis, had laten bouwen. Na het overlijden van Willem II op 17 maart 1849 zijn alle kunstschatten die zich in de Gotische Zaal bevonden, verkocht. “Eva in bekoring” werd verkocht voor 2325 gulden.(10) Op de “Exposition générale des Beaux-Arts” in Brussel, die gehouden werd van 15 augustus tot 6 oktober 1851, was dit exemplaar tentoongesteld onder de naam “Eve tentée par le démon”. Het beeld werd bekroond met de eerste prijs.(11)
Op zeker moment is de marmeren uitvoering naar Engeland overgebracht. Sinds 1974 staat deze uitvoering in de Bootle Town Hall, Bootle.(12)
1879: HET PROVINCIAAL GENOOTSCHAP VAN KUNSTEN EN WETENSCHAPPEN IN NOORD-BRABANT
De gipsen uitvoering van “Eva in bekoring” die Van der Ven in 1841 had laten vervaardigen, is op zeker moment verkocht aan mr. Franciscus Johannes Emilius van Zinnicq Bergmann (Lier, 10 november 1807 – Den Bosch, 25 februari 1879, rechter en lid van de Tweede Kamer). In 1879 schonken diens erfgenamen het beeld aan het Provinciaal Genootschap van Kunsten en Wetenschappen in Noord-Brabant. Hieruit is Het Noordbrabants Museum voortgekomen, sinds 1986 gevestigd in de huidige locatie aan de Verwersstraat.
Op 19 december 1978 werd de geschonken gipsen uitvoering van “Eva in bekoring”, tot dan toe geplaatst in het Jeroen Bosch Huis, overgebracht naar de Verwersstraat.
1985: AFGIETSEL IN BRONS
Vanwege de kwetsbaarheid en de broze staat werd de gipsen uitvoering op zeker moment in depot genomen.(13)
In 1985, na een reparatie van de gipsen uitvoering, werd er een afgietsel in brons vervaardigd. Dit afgietsel leende zich ervoor om permanent in Het Noordbrabants Museum permanent te worden tentoongesteld.
Het bronzen afgietsel is in 1987 door de Stichting Vrienden van Het Noordbrabants Museum aan Het Noordbrabants Museum geschonken, waar het in de Paleistuin werd geplaatst en de naam “Eva en de slang” draagt.
De afmetingen van de bronzen uitvoering van “Eva in bekoring” zijn (h x b x d): 104 x 69 x 133 cm.
HET GRAFMONUMENT VAN JOHANNES ANTONIUS VAN DER VEN(14)
Johannes Antonius van der Ven is begraven op de Rooms-katholieke afdeling van de Algemene Begraafplaats in Vught (Sint-Elisabethstraat). In 1870 zijn de stoffelijke resten bijgezet van zijn echtgenote, Catharina Maria Theresia van den Eijnden (Den Bosch, 8 december 1825 – Vught, 1 oktober 1870). Op de vier zijden van de sokkel zijn marmeren platen met inscripties aangebracht. In de marmeren plaat die op de oostelijke zijde van de sokkel is aangebracht, is het grafschrift gegraveerd voor Van de Ven en zijn echtgenote. Op de marmeren platen die op de overige drie zijden zijn aangebracht, zijn kunstwerken aangeduid die Van der Ven heeft vervaardigd. Op de noordelijke zijde verwijst de vermelding “Eva” naar “Eva in bekoring”.
TWM van Berkel, 28 oktober 2022
Noten
(1) De Nederlandsche spectator (Arnhem, Den Haag, 1866, p.242-243)
(2) Mijne reis naar Rome in het voorjaar van 1837, 2e deel (Johannes Jacobus Franciscus Wap, Breda, 1839, hoofdstuk VI: De Nederlandsche kunstenaars te Rome, den 1. mei – een uitstap naar Tivoli, p.77-78). Uit de bewoordingen van Wap zou kunnen worden opgemaakt dat in 1837 concrete plannen bestonden om van “Eva in bekoring” een uitvoering in gips én een uitvoering in marmer te vervaardigen. Wap zou het een goede zaak vinden als een vermogende Nederlander “Eva in bekoring” naar een salon in Nederland zou laten overbrengen. De kans hierop achtte hij nihil; in zijn ogen had het Protestantisme in Nederland, beginnend met de Beeldenstorm in 1566, de Nederlandse beeldhouwkunst een dodelijke slag toegebracht. Op pagina 155 in hoofdstuk X: Omwandelingen in Mijne reis naar Rome in het voorjaar van 1837, 2e deel had Wap geschreven dat hij hoopte van “Moeder Eva”, zoals hij “Eva in bekoring” noemde, ooit een marmeren uitvoering te mogen bewonderen. Hij heeft niets geschreven over de opdracht van gravin Orlova om een uitvoering in marmer te laten vervaardigen.
(3) Nederlandse beeldhouwers in de negentiende eeuw (P.K. van Daalen, Den Haag, 1957, p.146)
(4) Gravin Orlova (naamvariant: Orloff): Olʹga Aleksandrovna Orlova Zherebtsova (Sint-Petersburg, 1807 – Fontainebleau, 25 augustus 1880), echtgenote van Aleksej Fëdorovič Orlov (Moskou, 19 oktober 1786 – Sint-Petersburg, 21 mei 1861), officier en staatsman, adviseur in binnen- en buitenlandse aangelegenheden van de tsaren Nikolaj I en Aleksandr II.
(5) Zie: Jan Antonie van der Ven: “Eva in bekoring” (Sint-Petersburg)
(6) De Nederlandsche spectator (Arnhem, Den Haag, 1866, p.242-243)
(7) In 1841 had Van der Ven in de Haagsche Teekenacademie twee beelden tentoongesteld: de uitvoering in gips van “Eva in bekoring” en het in marmer uitgevoerde beeld “Christus met doornenkroon”. Als blijk van waardering voor zijn werk werd Van der Ven op 29 december 1841 benoemd tot Ridder in de orde van de Nederlandse Leeuw. De hierbij horende onderscheiding werd hem uitgereikt door koning Willem II.
(8) Nederlandse beeldhouwers in de negentiende eeuw (P.K. van Daalen, Den Haag, 1957, p. 147).
(9) Eva – door J.A. van der Ven (Ruud Ringers, Noordbrabants Museumnieuws nr 3, september 1985).
(10) Kunstkronijk (Leiden, 1866, p.72).
(11) Exposition générale des Beaux Arts, catalogue explicatif (Brussel, 1851, p.129); Nederlandse beeldhouwers in de negentiende eeuw (P.K. van Daalen, Den Haag, 1957, p. 146).
(12) Zie: Jan Antonie van der Ven: “The Temptation of Eve” (Bootle).
(13) Eva – door J.A. van der Ven (Ruud Ringers, Noordbrabants Museumnieuws nr. 3, september 1985).
(14) Bossche encyclopedie: graf J.A. van der Ven. In de marmeren plaat met het grafschrift voor Van der Ven en zijn echtgenote is als geboortedatum van Van der Ven de datum 17 augustus 1800 gegraveerd.
Overige bronnen:
– Heimwee naar de klassieken – de beelden van Mathieu Kessels en zijn tijdgenoten 1815-1840 (Zwolle, Den Bosch, 1994)
– https://www.hetnoordbrabantsmuseum.nl: Aankopen en Details
Met dank aan:
– H. van Limpt, informatiespecialist Het Noordbrabants Museum
– Staatsmuseum “De Hermitage”, Sint-Petersburg
– Bootle Museum and Art Gallery, Bootle
Zie ook:
– Jan Antonie van der Ven: “Eva in bekoring” (Amsterdam, 1865 en 1866)
– Jan Antonie van der Ven: “Eva in bekoring” (Sint-Petersburg)
– Jan Antonie van der Ven: “The Temptation of Eve” (Bootle)
Willem II: Willem Frederik George Lodewijk (Den Haag, 6 december 1792 – Tilburg, 17 maart 1849), prins van Oranje-Nassau. Van 7 oktober 1840 tot aan zijn dood in 1849 was Willem II koning der Nederlanden, groothertog van Luxemburg en hertog van Limburg.